De zeventiende eeuw wordt wel de eeuw van de oneindigheid genoemd. Door de ontwikkeling van de microscoop en de telescoop werd de ruimte niet alleen oneindig klein maar ook oneindig groot en verloor de aarde haar centrale positie en de Europese mens zijn traditionele ankerpunt. De Verlichting, voortgekomen uit deze ‘crisis van het Europese bewustzijn’, bood weer enig houvast. Ook bij het denken van de 17e eeuwse Spinoza draait het, net als bij Pascal, Descartes en Leibnitz om de oneindigheid. De ene substantie, de ‘God-Natuur’, definieert Spinoza als een positieve oneindigheid die zich onderscheidt van het begrip oneindigheid zoals we dat in de wiskunde kennen. Een ‘oneindig’ getal zouden we volgens hem beter een ‘onbepaald’ getal kunnen noemen. De eindige dingen zijn begrensd maar door hun beperkingen noodzakelijk afhankelijk van het oneindige universum. Toch heeft de mens net als al de andere eindige dingen deel aan de oneindige macht van de God-Natuur. Dit maakt het de mens mogelijk wetenschap te bedrijven en zijn plaats in de wereld te kennen ‘onder het oogpunt van de oneindigheid’.
Prof dr. Vincent Icke (1946) is hoogleraar theoretische sterrenkunde aan de Universiteit Leiden en bijzonder hoogleraar kosmologie aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek richt zich o.a. op het ontstaan van structuur in het Heelal. Hij werkt bij diverse projecten nauw samen met binnen- en buitenlandse astrofysici. Een van zijn thema’s is ‘Computational Science’. Naast boeken schrijft hij voor diverse dag- en weekbladen en is hij met enig regelmaat te gast bij DWDD en zodoende actief betrokken bij de popularisatie van de wetenschap. Daarnaast is Icke beeldend kunstenaar en grafisch ontwerper.
Dr. Jeroen Bartels (1941) is filosoof en doceerde geschiedenis van de moderne filosofie aan de universiteit van Groningen. Zijn interesse gebied richt zich op de mens en zijn visie op het bestaan en zijn rol in de wereld sinds de moderne geschiedenis (‘De geschiedenis van het subject’). Vanaf het midden van de jaren negentig groeide zijn belangstelling voor de figuur van Spinoza. Diens denken is in zijn ogen ook in de werkelijkheid van nu onverminderd van belang.
Prof dr. Floris Cohen (1946) is wetenschapshistoricus en bijzonder hoogleraar in de vergelijkende geschiedenis van de natuurwetenschap aan de Universiteit van Utrecht. Hij was wetenschappelijk medewerker bij Museum Boerhaave in Leiden en hoogleraar aan de Universiteit Twente. Van hem verschenen diverse boeken waaronder De herschepping van de wereld. Het ontstaan van de moderne natuurwetenschap verklaard (2007) en Het knagende weten (2016) waarin hij bij figuren als Galilei, Pascal, Newton en Einstein het spanningsveld onderzoekt tussen hun wetenschap en hun religie.
Onder leiding van Karianne Marx (Amsterdamse Spinoza Kring) zullen de sprekers met elkaar in debat gaan en krijgt het publiek gelegenheid vragen te stellen.
De middag wordt opgeluisterd met muziek van Lasai & Cohen.
Video
Hieronder zijn de lezingen terug te kijken.
Vincent Icke - Wetenschap is ongelooflijk
Jeroen Bartels - Oneindigheid in de Ethica van Spinoza
Floris Cohen - Einstein, een diep religieuze Spinozist
Poëzie
Einstein's gedicht over Spinoza, in het Duits, door Henri Krop vertaald en toegelicht.
Gedicht Einstein met toelichting
Jeroen Bartels besloot zijn lezing met een gedicht van Leo Vroman, ter illustratie.
Foto's
Buitenaardse muziek van Lasai & Cohen op de hang.
Opening door Peter van Loon, Voorzitter Amsterdamse Spinoza Kring
Lezing prof. Vincent Icke
Lezing dr. Jeroen Bartels
Pauze met boekverkoop
Bijdrage prof. Floris Cohen
Discussie met vlnr: Karianne Marx, Jeroen Bartels, Vincent Icke, Floris Cohen
Discussie: De filosoof en de wetenschapper