Jeroen Bartels (dr. J.J.A. Bartels, 1941) was van 1976 tot 2003 werkzaam op het 'filosofisch instituut' van de universiteit van Groningen. Hij verzorgde daar ongeveer de eerste tien jaren de colleges voor de geschiedenis van de filosofie van de zeventiende eeuw en daarna die van de twintigste eeuw. Tevens werkte hij en werkt hij nog voor de SeniorenAcademie (vroeger de HOVO). Vanaf 1993 heeft hij zich lang bezig gehouden met de geschiedenis van het subject-begrip: hoe hebben mensen vanaf het begin van de moderne geschiedenis nagedacht over hun eigen bestaan en hun eigen rol in de wereld (dit resulteerde in drie delen 'De geschiedenis van het subject'). Vanaf het midden van de jaren negentig groeide zijn belangstelling voor de figuur van Spinoza. Diens denken is in zijn ogen ook in de werkelijkheid van nu onverminderd van belang.
Ton de Kok (1942), bekend van zijn boeken over God volgens schrijvers, filosofen, kunstenaars en wetenschappers, speciaal voor niet-gelovigen.
Hij studeerde tijdens zijn marinierstijd Slavische taal en letterkunde en doorliep een politieke carrière in de tweede kamer voor de Katholieke Volkspartij later het CDA. In 2000 promoveerde hij in de Geesteswetenschappen aan de UVA en vanaf 2004 doceerde hij godsdienstfilosofie aan een aantal middelbare scholen in Amsterdam. De God van Spinoza is zijn laatst verschenen boek. Verder maakte Ton de Kok zich in 2007 samen met enkele anderen hard voor aandacht voor Spinoza in het middelbaar onderwijs (de Nederlands Canon).
Henri Krop (1954) studeerde filosofie en theologie in Leiden en Amsterdam en is als universitair hoofddocent Geschiedenis van de Wijsbegeerte verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 2002 verscheen van zijn hand een uitgebreid geannoteerde vertaling van Spinoza's Ethica. Hij was hoofdredacteur van het blad Geschiedenis van de wijsbegeerte in Nederland (1989-2003) en o.a. mede auteur van De draagbare Spinoza (2008) en The Dictionary of Seventeenth- and Eighteenth-Century Dutch Philosophers (2003).
Recentelijk verscheen van hem het boek Spinoza. Paradoxale icoon van Nederland dat in de Volkskrant werd omschreven als "De definitieve studie naar de ontvangst van Spinoza in Nederland."
Karianne Marx (1981) studeerde Wijsbegeerte en Geschiedenis in Utrecht. In 2004 studeerde zij af met een scriptie over Spinoza's kentheorie. Aan de Vrije Universiteit in Amsterdam promoveerde ze begin 2010 op een historisch-wijsgerig proefschrift over Karl Leonhard Reinhold (1757-1823) en zijn receptie van de filosofie van Kant. Tijdens en na dit promotietraject werkte zij aan de VU als docent. Sinds 2012 geeft zij cursussen voor de Amsterdamse Spinoza Kring en elders. Inmiddels doet zij dit naast een baan in het wetenschaps- en techniekonderwijs voor kinderen.
Na een internationale carrière als opera- en concertzangeres, waarin Anne Woodward (artiestennaam: Anne Haenen) ondergedompeld was in muziek, poëzie en emoties en de ‘passies’ vooral van binnenuit onderging, begon zij in 1999 een studie filosofie om de menselijke natuur meer objectief te leren begrijpen.
Vooral de filosofieën van de oudheid en die van Spinoza en Nietzsche intrigeerden haar en na haar cum laude afstuderen aan de Universiteit van Utrecht, is zij lezingen en cursussen gaan geven in binnen- en buitenland. Ook schrijft zij regelmatig over dit onderwerp, o.a. in verschillende (kunst)tijdschriften. Daarnaast publiceerde zij een boek over Nietzsche als kunstenaar (‘The Art of Nietzsche’), waaraan ook Piet Steenbakkers meewerkte. Op dit moment is zij bezig met een boek over ‘Spinoza’s hedonisme’.
De ASK heeft ook interessante sprekers voor lezingen over Spinoza. Neem hierover contact op met het secretariaat: info@amsterdamsespinozakring.nl