Een vrij en wijs mens denkt niet over de dood na, maar over het leven. / E4,67

Onder gelijke omstandigheden is de begeerte die uit blijdschap ontstaat sterker dan een begeerte uit droefheid. / E4, 18

Haat door wederkerig haat wordt versterkt. / E3, 43

Er bestaat in de geest geen absolute, dat wil zeggen vrije wil. Toelichting: (...) onder wil versta ik het vermogen te bevestigen of te ontkennen (...). / E2, 48

Een aandoening kan alleen worden geremd of opgeheven door een tegengestelde, krachtiger aandoening. / E4, 7

Het voegt een wijs man, zich matig met aangename spijs en drank te verkwikken en te laven, evenals met geuren en lieflijkheid van groenend kruid. / E4, Stelling 45, Opmerking

Alles waartoe men noch door beloningen noch door dreigingen te brengen is, behoort niet tot de rechtssfeer van de staat. / TP, H3, §8

Het is de rede eigen om het eeuwige der dingen te zien. / E2, 44 c2

In een vrij staatsbestel is het een ieder toegestaan te denken wat hij wil en te zeggen wat hij denkt. /TPT, h 20

De menselijke handelingen niet bespotten, niet betreuren, niet veroordelen, doch begrijpen. / TP 1,4